Inleiding cognitieve gedragstherapie

Leerdoelen

Na het volgen van dit leertraject:

• Leg je het begrip ‘cognitieve gedragstherapie’ uit en herken je de werkwijze van cognitieve gedragstherapie in de praktijk als een collega deze toepast bij een cliënt.
• Benoem je in ongecompliceerde situaties wat adequaat en inadequaat gedrag is van een cliënt.
• Leg je het G-schema en SRC-schema uit en pas je het toe bij het observeren van gedrag van cliënten.
• Benoem je verschillende vormen van bekrachtiging en welke hiervan in eenvoudige situaties het meest adequaat is.
• Benoem je verschillende interventies om inadequaat gedrag te verminderen en welke hiervan in eenvoudige situaties het meest adequaat is.
• Benoem je een aantal verschillende interventies om gewenst gedrag uit te lokken en te bekrachtigen.
• Pas je in jouw dagelijkse werkpraktijk basale gedragstherapeutische vaardigheden toe zoals bekrachtiging van gewenst gedrag en het uitdoven van ongewenst gedrag door ander gedrag uit te lokken en te bekrachtigen. Je kiest hierbij uit verschillende interventies.
• Herken je hoe belangrijk het is dat iedereen in de omgeving van de cliënt het adequate gedrag bekrachtigt en begeleid je ouders, partners en familieleden hierin.

Doelgroep

Dit leertraject is bestemd voor begeleiders die in de dagelijkse praktijk werken met cliënten in de algemene geestelijke gezondheidszorg, forensische psychiatrie, beschermd wonen en verslavingszorg en die (nog) geen opleiding hebben gevolgd in de cognitieve gedragstherapie. Bijvoorbeeld:

• Agoog
• Begeleider
• Sociotherapeut
• Verpleegkundige
• Jeugdhulpverlener

Zorgstandaard

Voor dit leertraject zijn de volgende kwaliteitsstandaarden relevant:

• Angstklachten en angststoornissen
• Aanpassingsstoornis
• Depressieve stoornissen
• Psychotherapie