Wie Arjan Pronk kent, zal hem omschrijven als een gedreven, hardwerkende, zeer betrokken kartrekker. Ooit opgeleid als docent economie, belandde hij in een totaal andere wereld, die van de ggz. Hij zit nooit stil. Waar hij is ontstaat ontwikkeling, reuring en vernieuwing. Wat staat er op de planning voor 2024? En wat is het doorkijkje voor daarna? Hij neemt ons mee.
Bevlogen vertelt Pronk over alles wat er gebeurt bij GGZ Ecademy. Het gaat over de breedte én de diepte in. ‘Ik ben iemand die het onderwijs wil verbeteren, en die nieuwe manieren van leren wil implementeren’, zegt hij. Het maakt niet uit waar, wanneer en hoe: ‘Uiteindelijk gaat het erom pragmatisch dingen te doen, die in de praktijk bijdragen aan een betere leer- en werkomgeving.’
In de ggz is de bereidheid om samen te werken enorm
Zijn speerpunt, en dat komt elke keer weer terug, is ‘samenwerking’. Hij legt uit: ‘In de ggz is de bereidheid om samen te werken enorm, veel hoger dan in andere sectoren. Bij GGZ Ecademy ontmoeten scholingsprofessionals elkaar, ze delen ervaring en kennis vanuit allerlei functies – van trainers en applicatiebeheerders tot opleidingscoördinatoren en bestuurders. En ze bevragen elkaar: Hoe doe jij het?’ Hij verwijst naar de welbekende zoekplaatjes met de tien verschillen, waarop het overgrote deel juist overeenkomt: ‘Dit geldt ook voor scholingsvraagstukken waar instellingen mee worstelen. We willen de vereniging zijn waar je gesprekken voert die het leren en ontwikkelen in een stroomversnelling brengen.’
De vereniging wil ervoor zorgen dat mensen over de grenzen van de eigen organisatie heen coöperatief samenwerken. Daar investeert ze al jaren in en ook in 2024 zal dat een van de speerpunten blijven. ‘We bepalen met leden de koers, betrekken hen bij de uitvoer van activiteiten en alles wat deze activiteiten vervolgens opleveren is gemeenschappelijk eigendom. Dat is geweldig. Het zorgt ervoor dat ggz-instellingen zelf aan het roer staan.’
Dit alles gaat niet vanzelf, zo beaamt Pronk ook. Het vraagt voor sommige organisaties nog om een omslag in denken. ‘Ook bij organisaties die al jaren lid zijn, zie je dat we nieuwe medewerkers weer mee moeten nemen in onze coöperatieve aanpak. Dat onderhoud is belangrijk, vertrouwen moet je bouwen. Mensen zijn vaak geïndoctrineerd door marktdenken. Wij weten dat de kracht echt ligt in samenwerking: in het delen van kennis en samen dingen doen.’
Met eigen medewerkers, partners en professionals in de keten ggz-kennis delen
Pronk ziet GGZ Ecademy niet als opleider. ‘In de vereniging experimenteren we samen op het gebied van innovaties. En we ontwikkelen leerproducten en technologie, die onze leden vervolgens inzetten binnen hun scholingsprogramma’s. De vereniging faciliteert, de negentig leden zijn de opleiders.’
De variëteit in leden is inmiddels groot. Naast zorginstellingen zijn ook scholen en beroepsopleiders (RINO’s) betrokken. ‘We willen er zijn voor iedereen die geestelijke gezondheidszorg verleent. En steeds vaker werken die professionals buiten de ggz’, merkt Pronk op. ‘De uitdaging in de komende periode is de zorg samen met partners in het sociale domein vorm te gaan geven en daar scholing ook in mee te nemen. We dagen leden uit onze leerproducten niet alleen in te zetten voor de bij- en nascholing van hun eigen medewerkers, maar onze ggz-kennis ook te delen met partners en professionals in de keten’.
Leren en werken zouden in elkaar over moeten lopen. Veel gaat er goed, maar Pronk ziet voor de vereniging en haar leden de komende jaren ook een aantal grote uitdagingen. Hoewel in veel opleidingsplannen staat dat de ambitie is tot een beter leerklimaat te komen, is de praktijk dat een groot deel van de scholing verplicht wordt vanuit het kwaliteitssysteem. ‘Van vinkjes zetten wordt niemand beter en dat is wel wat veel gebeurt. Veel opleidingen zijn nog erg beroepsgericht. Een meer interdisciplinaire benadering zou mooi zijn. Dus dat bijvoorbeeld een verpleegkundige en een psychiater leren van elkaars perspectief en ervaring.’ Leren is daarnaast effectiever als dit gebeurt vanuit intrinsieke motivatie. ‘Het leren kan leuker’, zegt Pronk. Dat zit overigens niet enkel in de kwaliteit van opleidingen en leermaterialen, maar bijvoorbeeld ook in autonomie. ‘Je wil dat de professional het geleerde ook in de praktijk kan en mag brengen. Leren en werken zouden in elkaar over moeten lopen.’
Uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) blijkt dat er veel moet veranderen in de zorg. Voor Pronk is het duidelijk dat scholing een instrument is om te veranderen, maar tegelijkertijd zal in sommige organisaties veel moeten veranderen om dat instrument effectief in te kunnen zetten. ‘Ik ga zelf bij bestuurders langs om het strategische belang van leren en ontwikkelen onder de aandacht te brengen.’ En, zegt hij ook nog: ‘Het is ook goed om na te denken over scholingsfuncties op het niveau van de sector. Samen kunnen we bijvoorbeeld zij-instromers enthousiasmeren voor de ggz.’
Eigen regie op het leren is van groot belang
Een leven lang leren is stevig verankerd in de visie van GGZ Ecademy. ‘Wil een organisatie flexibel kunnen blijven aansluiten op steeds veranderende omstandigheden, dan is een voorwaarde dat medewerkers zich blijven ontwikkelen. Sleutel daarbij is dat de regie op het leren verschuift van de organisatie naar de professional zelf. Dat leidt niet alleen tot meer intrinsieke motivatie voor het leren, maar ook tot meer commitment en werkplezier’. E-learning is daarbij voor Pronk niet de heilige graal, maar wel een belangrijk onderdeel in de benodigde blend. ‘Een e-learningmodule kan net zo effectief zijn als een ongelezen boek. Er wordt pas iets geleerd als er een leerproces op gang komt’. Juist sociale aspecten als begeleiding, in een groepje zitten of ergens op worden aangesproken spelen daarin een belangrijke rol. ‘Leren is mensenwerk, je leert van elkaar’.
Overigens ziet hij dat leertechnologie steeds belangrijker wordt om al die processen te organiseren en professionals de ruimte te bieden eigen keuzes te maken. Zeker in deze tijd, waarin zorgmedewerkers kampen met een hoge werkdruk en er dus weinig tijd en energie is om te leren. De vereniging sluit daarop aan door naast uitgebreidere leertrajecten, ook steeds meer microlearning te ontwikkelen. ‘Dit zijn bijvoorbeeld podcasts, animaties, filmpjes en casussen, waarmee we in een korte tijd heel veel mensen op weg helpen. Materialen die ook buiten de formele leeromgevingen ingezet kunnen worden.’ Deze vorm van leren kan een eerste kennismaking met een onderwerp zijn, maar professionals vervolgens ook enthousiasmeren om zich verder in het onderwerp te verdiepen. Om dat laatste te stimuleren is in de vereniging Podium Jooost ontwikkeld, een platform waarmee je de kennis in de vorm van ‘leersnacks’ letterlijk in je broekzak hebt. Komende maanden draait een pilot om te toetsen of het platform mensen blij maakt en hen motiveert verder te leren.
Hét woord van 2024 is misschien wel ‘AI’. Ook hierover is Pronk duidelijk: het is niet dé oplossing, maar wel een van de middelen die je geweldig in kan zetten. Vanuit GGZ Ecademy is een workshop ontwikkeld over hoe opleiders met ChatGPT aan de slag kunnen. ‘AI gaat zeker een rol spelen in de ontwikkeling van leerproducten en wellicht ook helpen om de variatie in leervormen te vergroten.’ Overigens kijkt hij voor dat laatste niet alleen naar nieuwe technologie, maar ook naar vernieuwde inzet van aloude middelen. ‘Komend jaar gaan we met leden ook verkennen hoe we Serious Gaming (bordspelen) in kunnen zetten’.
De jeugdzorg hoeft het wiel niet zelf uit te vinden
Van alle takken in de gezondheidszorg heeft de jeugdzorg in Nederland de meeste aandacht nodig. De sector en de doelgroep zijn complex. Het veld verandert. ‘In de jeugdzorg zie je dat alle soorten problematiek samen komen en in toenemende mate is er ook hier behoefte aan ggz-kennis.’ Rond leren en ontwikkelen zijn in de jeugdzorg al mooie initiatieven ontplooid die erop zijn gericht om individuele professionals met elkaar te verbinden. Als het gaat om het leren vanuit de werkgevers kunnen er nog stappen gezet worden naar meer blended leren. Daarbij is de structuur van de jeugdzorg bijzonder: er zijn relatief veel kleine instellingen met 100 tot 200 medewerkers. Voor hen is het lastig de benodigde investeringen in leren en ontwikkelen te doen. Daar zou een gezamenlijke aanpak bij kunnen helpen. ‘De jeugdzorg hoeft het wiel niet zelf uit te vinden’, zegt Pronk. ‘We hebben besloten het lidmaatschap ook open te stellen voor instellingen in de jeugdzorg. De ggz heeft al tien jaar ervaring met ons, de jeugdzorg is er nu klaar voor. Sluit aan en maak gebruik van de kennis, technologie en leerproducten die er al zijn. Inhoudelijk is er een grote overlap.’ Met brancheverenigingen is GGZ Ecademy in gesprek over het ontwikkelen van een complete leerlijn voor de jeugdzorg.
In het komende jaar gaat GGZ Ecademy nog meer kennis delen, nog meer leden helpen en nog meer samenwerkingen initiëren. ‘We willen zorgen dat leren echt overal prioriteit wordt, zodat professionals regie kunnen pakken. Daar hoort bij dat we het gratis aanbod volop inzetten en onze leden stimuleren ons aanbod te delen met netwerkpartners. We zijn er voor alle professionals die ggz verlenen. Dus sluit aan, neem scholing mee in de ketensamenwerking en deel ggz-kennis’, wil hij iedereen aanmoedigen. ‘Als het zwaar is, is samenwerken van nog groter belang. Dat is ook wat we van leden terug horen, vooral in crisistijd. Samen leren en ontwikkelen is belangrijk en biedt kansen, juist ook over de grenzen van de eigen organisatie heen. Houd elkaar dus ook vast, samen sta je altijd sterker dan alleen.’
Over GGZ Ecademy
GGZ Ecademy is een coöperatieve vereniging van 90 instellingen, scholen, opleiders en partners in de ggz. Waaronder instellingen uit de basis- en specialistische ggz, kinder- en jeugdpsychiatrie, verslavingszorg, forensische zorg, begeleid wonen, maatschappelijke opvang en de jeugdzorg. Wij zetten ons in voor de scholing van ruim 150.000 (toekomstig) ggz-professionals. Wij ondersteunen de samenwerking en kennisdeling van onze leden en partners, ook over de grenzen van de sector heen. Voor kenniscentra, branche- en beroepsverenigingen zijn wij een samenwerkingspartner. Met onze activiteiten leveren wij een bijdrage aan de kwaliteit van zorg voor kwetsbare burgers.